studieprogramma

- PROGRAMMA SCHOOLJAAR 2025 - 2026

Vedânta darshana

Nadat we vorig jaar met het bestuderen en lezen van Veda, Brâhmana’s, Âranyaka’s aan de Upanishaden kwamen bracht het « Âtman is gelijk aan Brahman » ons al in de sfeer van wat we ons voor dit jaar voornemen te behandelen : de Vedânta darshana, om correct te zijn, twee darshana’s : Vedânta – Mîmâmsâ, twee van de jongste en laatste orthodoxe darshana’s waarvan Vedânta ook letterlijk « het einde van de Veda » betekent.

Het eigen Zelf

Om deze samenhang beter te begrijpen zullen we als inleiding gebruiken een studie over de Kosha’s en Sharîra’s, een typisch vedantijns werkstuk dat gebaseerd is op de Taittirîya Upanishad. Volgens de Vedântafilosofie is het Zelf (Âtman) omgeven door 3 lichamen of sharîra’s. Deze 3 lichamen gaan van grofstoffelijk naar meer en meer fijnstoffelijk en uiteindelijk naar het meest fijnstoffelijk of oorzakelijk lichaam, met in het centrum Âtmabodha, het herkennen van het eigen Zelf. Dit is de toestand van een Verlichte en niet die van een gewone mens.

kosha’s

De 5 omhullingen of kosha’s gaan van een volledig stoffelijke omhulling naar een energetische of pranische omhulling, daarna een mentale of denkomhulling, naar een omhulling die ons het besef geeft dat de mens over zichzelf kan nadenken. En dat is wat wij allemaal bewustzijn noemen in onze wereld van verschijnselen. Het Engels heeft een betere term : awareness.
En dan tenslotte de omhulling van gelukzaligheid. De sâdhaka, die al zeer gevorderd is op ‘de weg’, (dus weer niet ‘de gewone mens’), kan deze lichamen en omhullingen ervaren tijdens de diepe slaap of Sushupta of wanneer hij ervan doordrongen is in diepe meditatie.

 

als een druppel in de oceaan’

We moeten deze Vedântawijsheidsleer die niet zo eenvoudig is trachten inzichtelijk te maken. Daarom lezen we uit de Vedânta Sûtra en belichten zijn commentator Shankarâchârya, grootste figuur van de A-dvaita Vedânta, niettwee, een volstrekt monisme dus. Dit brengt mee dat Âtman = Brahman de enige Werkelijkheid is en de wereld waarin wij leven geen werkelijkheid meer heeft maar herleid wordt tot Mâyâ, onwerkelijkheid of schijn. De zintuiglijke wereld van de dualiteit waarin wij leven komt naar voren als niet-werkelijkheid
2voor de hogere bewustzijnsniveau’s, ttz die van de Jîvanmukta’s of Verlichten. Alles vloeit hier voort uit het Ene Brahman (zuiver Bewustzijn). Ieder individueel Zelf of Âtman, na het inzien van deze Ene Werkelijkheid, gaat dan ook naar, na het afleggen van het grofstoffelijk lichaam, in dit Ene Brahman over ‘als een druppel in de oceaan’.

Hedendaagse Meesters

Ook laten we hedendaagse Meesters aan bod komen. We maken kennis met de
Himalaya Traditie (meditatie traditie), Swami Veda Bharati, Sri Shyamji Bhatnagar

Mantra

Elk jaar geven we ook ruimte aan het chanten van Mantra’s want mantra’s zijn net als mediteren bedoelt om je aandacht te richten, om volledig in het nu aanwezig te zijn. Het is een vorm van “actieve” meditatie die de deur opent
naar een hoger bewustzijn. Ook het luisteren naar mantra’s heeft dit effect.
Het gebruik van specifieke mantra’s stelt ons mentaal in staat om zich te bevrijden van oude patronen die ons afhouden van onze ware natuur. De mantra’s zijn altijd gekozen in overeenkomst met de filosofieën of onderwerpen die dat jaar onderwezen worden

Mahâbhârata

Het heldendicht of epos van India (in Skrt : Bharat) : het Mahâbhârata.

We gaan ons nu begeven in het Mahâbhârata, dat we zullen vertellen, stukjes uit lezen en commentariëren. Gevat als in een schrijn ontwaren we in het zesde boek van het Mahâbhârata : de Bhagavad Gîtâ waarin Krishna Zelf aan Ârjuna, als symbool voor de aarzelende mens die we allen zijn, als het ware de essentie van de Leer uiteenzet. Hij onthult ook dat er verschillende wegen of mârga’s zijn : (Jnâna-kennis, Bhakti-devotie, Karma-dienen, Râja of Patanjala-yoga) die allemaal leiden naar dat « Ene » en hetzelfde doel. Wij zullen trachten van een aantal hoofdstukken uit de Bhagavad Gîtâ te bestuderen met aangepaste meditatie zodanig dat we kunnen toegang krijgen tot dat waarvoor Krishna staat in dit boek.

Fysiologie : Zenuwstelsel en Bindweefsel

Dan gaan we naar een heel andere materie, het zenuwstelsel, extreem complexe
en verfijnde onderbouw waarin het levengevende Prâna circuleert en dat op
grofstoffelijk niveau de potentiële uitbouw van de verdere en hogere evolutie
van de mens moet mogelijk maken. Om dit vanuit het Indische denken toe te
lichten lezen we nog “een mystieke ervaring van het zenuwstelsel” beleefd door
Gopi Krishna en die hij beschrijft in zijn boek “Kundalinî” als waarschuwing
tegen een onvoorzichtige opwekking ervan.
De studie van het bindweefsel waar tot nu toe wetenschappelijk heel weinig
aandacht wordt aan gegeven is toegevoegd omdat geopperd wordt dat het alles
omhullende bindweefsel ook wel eens een kanaal voor Prâna zou kunnen zijn.
Deze gedachte komt uit de recente cranio-sacraal theorie.

Praktijkgedeelte

Dit jaar bestuderen we de voorwaartse en achterwaartse buigingen. We doen dit met ondersteuning van aangepaste kriyâ’s en âsana’s die ons helpen de moeilijkere varianten bereikbaar te maken. Het geleidelijk aan opbouwen is
zeer belangrijk in deze familie omdat we een krachtige tractie uitoefenen op de wervels en dat we dus voorzichtig moeten zijn om geen letsels te bezorgen. Het is zeker ook een familie die veel geduld en volharding vraagt om de vooruitgang te leren voelen maar dat schrikt ons echt niet af! Natuurlijk werken we ook verder aan onze verscheidene Prânâyâma’s.
We hebben ook de gewoonte genomen om anatomie van het bewegingsstelsel en de bewegingsleer toe te passen en in dit geval op voor-en achterwaartse buigingen. Dit maakt ons meer eigen met anatomie en doet het meer leven in onze praktijkervaring.

Inlichtingen

Wekt het programma jouw interesse voor een opleiding of wil je een bepaald
vak volgen dan kan dat. Wil je graag meer inlichtingen bezoek onze site
www.yogainstituut.be of neem contact met Hade via 0495/54 55 47 of
hadedeneve@outlook.be

Krachtlijnen
Studieprogramma
Studieraster
Prijsovereenkomst
Studiereglement

De oprichtster en bezielster

Lic. Paula De Nève – Bout

Lic. Paula De Nève – Bout
Is 40 jaar Directeur van het Vormingsinstituut geweest. Zij doceerde vele
vakken en heeft doorheen de jaren ook een heel deel van onze medewerkers
gevormd en begeleidt in hun nieuw traject. Erelid van de Raad van Bestuur van de Yoga Federatie der Nederlandstaligen
in België.

Directrice

Hade De Nève

Directrice Hade de Neve
Is sedert 1987 docente aan het Vormingsinstituut voor Yogadocenten in
Zolder. Zij is nu Directrice sedert 2010 en verzorgt seminaries en delen van
het luik Theorie.

 Wil je graag meer inlichtingen? 
Neem dan vrijblijvend contact met ons op via dit formulier.

HOME
Scroll naar boven